Main
- books.jibble.org
My Books
- IRC Hacks
Misc. Articles
- Meaning of Jibble
- M4 Su Doku
- Computer Scrapbooking
- Setting up Java
- Bootable Java
- Cookies in Java
- Dynamic Graphs
- Social Shakespeare
External Links
- Paul Mutton
- Jibble Photo Gallery
- Jibble Forums
- Google Landmarks
- Jibble Shop
- Free Books
- Intershot Ltd
|
books.jibble.org
Previous Page
| Next Page
Page 4
Fulco alleen bleef buiten, waar hij de schuwe paarden bij den teugd
hield.
Weer doorkliefde een bliksemstraal de lucht en gaf Fulco de gelegenheid
te zien, hoe eene in elkander gedoken gedaante ongemerkt door de deur
naar buiten wilde sluipen.
"Terug, schurk!" bulderde hij hem toe, terwijl hij met zijne vrije
hand snel het zwaard trok en het dreigend ophief. "Terug, als je
leven je lief is!"
Zoodra de vreemde bemerkte, dat hij gezien was, richtte hij zich
op en zette het op een loopen. Fulco trachtte hem tegen te houden,
doch dat gelukte niet, daar hij de paarden niet durfde loslaten. De
schurk rukte zich los en vloog heen, doch niet, dan nadat Fulco's
zwaard met kracht op zijn achterhoofd was nedergedaald. Een rauwe
kreet was het antwoord op die tuchtiging. Een oogenblik later hoorde
Fulco de hoefslagen van een paard, dat zich verwijderde.
"Waar is de schurk?" klonk nu de stem van Jonker Jan, die zich naar
buiten spoedde.
"U komt een oogenblik te laat, Jonker. Hij is er vandoor."
"Dat is jammer! Ik had niet gemerkt, dat hij de deur uitgeslopen was,
en zocht hem nog in de hut."
"Hij heeft het ook lang niet dom overlegd. 't Is bepaald een slimme
kwant, Jonker. Wat heeft hij uitgevoerd?"
"Kom binnen, dan zul-je het hooren. Bind de paarden maar hier of daar
vast. In dit weer gaan we toch niet verder."
Zien we intusschen, wat er in de hut gebeurd was. Zoodra Heer
Gijsbrecht van zijn paard gesprongen en, door den jonker gevolgd,
naar binnen was gesneld, riep hij:
"Hier is hulp! Wie waagt het, een ander overlast aan te doen?"
"Help, Heer!" klonk eene vrouwenstem. Doch zoodra had de ridder den
klank dier stem niet vernomen, of hij riep uit:
"Wat hoor ik? Die stem? Bertha, ben jij het?"
"Gode zij dank! O, Gijsbrecht, wat komt je te juister tijd!"
"Maar spreek, Bertha," zeide Gijsbrecht, haar bij de hand vattende,
"wat is er, wat overkomt u?"
"Hij is al gevlucht, de onverlaat. Zoodra hij u hoorde binnenkomen,
liet hij me los en sloop heen!"
"Dan kan hij nog niet ver af zijn!" riep Jonker Jan, zich naar buiten
spoedende, doch--zooals de lezer weet, ook daar was de roover
hem te vlug geweest.
Gijsbrecht trok Bertha naar zich toe en sloeg haar zijn arm om
den hals.
"Maar mijne Bertha, mijne lieve bruid, hoe komt het toch, dat ik u
in dit noodweer hier aantref? En wat gebeurde er toch eigenlijk?"
"Juist dit noodweer heeft mij hier eene schuilplaats doen zoeken,
Gijsbrecht," zeide de Jonkvrouw. "Ik wist immers, dat je heden komen
zoudt? Mijn verlangen naar u deed mij u tegemoet rijden, in de meening,
dat ik u weldra zou tegenkomen. Maar je kwam zoo laat, Gijsbrecht,
en .... "
"Ja, 't werd later dan ik gehoopt had, Bertha. Er was nog zooveel
in orde te brengen op het kasteel, ten einde mijne schoone Bertha
met eere als Edelvrouw te kunnen ontvangen, dat het mij waarlijk
onmogelijk was vroeger te komen."
"Eindelijk werd ik door het onweer overvallen," vervolgde de Jonkvrouw,
"en vond ik in deze hut eene schuilplaats tegen den regen. Kort nadat
ik hier binnengekomen was, hoorde ik den hoefslag van een paard. Ik
meende, dat jij het waart, wiens komst daardoor werd aangekondigd. Ik
had mij bedrogen. Een vreemdeling kwam binnen .... "
"Een ridder?"
Previous Page
| Next Page
|
|