Fulco de Minstreel: Een historisch verhaal uit den tijd van Graaf Jan I voor jongelieden by Kieviet


Main
- books.jibble.org



My Books
- IRC Hacks

Misc. Articles
- Meaning of Jibble
- M4 Su Doku
- Computer Scrapbooking
- Setting up Java
- Bootable Java
- Cookies in Java
- Dynamic Graphs
- Social Shakespeare

External Links
- Paul Mutton
- Jibble Photo Gallery
- Jibble Forums
- Google Landmarks
- Jibble Shop
- Free Books
- Intershot Ltd

books.jibble.org

Previous Page | Next Page

Page 22

De blijdschap op haar lief gelaat
Werpt Bertha zich in 's Ridders armen.
De roover neemt zijn kans te baat;
Hij wacht van Gijsbrecht geen erbarmen.
Hij sluipt in haast door 't klein vertrek
En redt zich over 't lage hek.

Maar zie, de dienaar, die hier wacht
Om trouw de paarden te bewaken,
Verheft zijn zwaard met alle kracht
En treft, dat kap en schedel kraken.
"Hier hebt Ge, roover, loon naar werk:
Een onuitwischbaar Ka�nsmerk!"

Intusschen dreef de bui voorbij
En kon de Jonkvrouw huiswaarts keeren.
Verheugd ging 't bruidspaar zij aan zij.
Wie zou nu dapp're Bertha deren?
De dienaar meesmuilt in zijn baard:
"Die zwaardslag was een goudstuk waard!"


Fulco zweeg. Daverende toejuichingen waren zijn deel. Doch Fulco
lachte thans niet. Met den vinger naar Peer wijzende, die doodsbleek
in den versten hoek eene schuilplaats zocht, riep hij:

"En wilt ge weten, wie de schurk is, die dat feit durfde
ondernemen? Daar staat hij! 't Is Peer, de eigene van den Heer van
Vianen. Laat hij het ontkennen, als hij durft!"

Doch Peer durfde niet. Aan al zijne leden bevend viel hij op de knie�n
en smeekte om erbarming.

Daaraan dacht evenwel niemand. Van alle kanten drong men op hem aan.

"Naar de burchtzaal met den schurk! Naar de burchtzaal!" klonk
het. "Hij moet nog heden zijn vonnis hebben! Voort met den roover!"

Men sleurde hem naar de deur, doch juist op dat oogenblik werd die
met kracht opengeworpen en verscheen de Heer van Vianen aan den ingang.

"Peer," riep hij met ruwe stem, "de paarden! We gaan naar huis!"

"Hier is Peer! Hier is de aanrander!" klonk het verwarde geroep van
de dienaren.

"Genade, genade!" kreunde Peer in doodsangst.

"Wie waagt het mijn dienaar overlast aan te doen?" schreeuwde Vianen
woedend. "Laat los, hondsvotten, of ...."

Daar kwamen ook de andere edelen, waaronder Heer Gijsbrecht, het
vertrek binnen. Vreezende, dat Vianen in zijne blinde woede misschien
een ongeluk zou begaan, en niet wetende, wat er aan de hand was,
riepen zij:

"Laat dien man los! Zijn Heer wil vertrekken!"

"Maar hij is de roover, die...!"

"Laat den man los!" gebood Gijsbrecht krachtig. "Wie of wat hij ook
zij, laat hem los!"

Aan dat bevel werd voldaan, zij het dan ook schoorvoetend.

Vianen trad naar buiten, en Peer, die zich te Heukelom in het geheel
niet meer op zijn gemak gevoelde, volgde hem met zeldzamen spoed. Nog
nooit had hij zijn Heer zoo vlug bediend als nu. In minder dan geen
tijd zaten beiden te paard en reden de slotbrug over.

De ridders keerden naar de burchtzaal terug en vergaten spoedig
het gebeurde.

Maar Heer Gijsbrecht van IJselstein had een vijand gekregen, die niet
licht te achten was.



HOOFDSTUK 4

Previous Page | Next Page


Books | Photos | Paul Mutton | Tue 18th Mar 2025, 13:19