Op de jacht in Mozambique by Guillaume Vasse


Main
- books.jibble.org



My Books
- IRC Hacks

Misc. Articles
- Meaning of Jibble
- M4 Su Doku
- Computer Scrapbooking
- Setting up Java
- Bootable Java
- Cookies in Java
- Dynamic Graphs
- Social Shakespeare

External Links
- Paul Mutton
- Jibble Photo Gallery
- Jibble Forums
- Google Landmarks
- Jibble Shop
- Free Books
- Intershot Ltd

books.jibble.org

Previous Page | Next Page

Page 9

Zoodra het maar even licht was, ging men naar de kraal. Vasse had aan
zijn gastheer, den heer Puech, die nog nooit een leeuw had geschoten,
de eer van het eerste schot gelaten. Zoodra het dier hen zag komen,
deed het een sprong in hun richting, maar terstond daarop viel het
neer, in den hals getroffen door een kogel uit een M�nnlicher.

Even later kwamen de negers aanloopen en zeiden, dat er een leeuw
brulde. Het gezelschap begaf zich naar de aangewezen plaats, en,
werkelijk, door het hooge gras hoorde men een dier vluchten. Het was
de ontroostbare echtgenoot, die drie dagen en drie nachten rondom de
concessie zou ronddwalen, de doode, als het ware, opeischend door
allerlei kreten, en verstoppertje spelend met de jagers, wien hij
geen gelegenheid gaf, hem een kogel toe te zenden. Den vierden dag
verdween hij. Enkele maanden later werd hij opnieuw in den omtrek
gezien in gezelschap van een andere echtgenoote.

Nog een groot roofdier doodde de heer Vasse in de nabijheid van
de bezitting van zijn vriend, namelijk een lynx, die veel hazen en
patrijzen eet en wilde ganzen. Ook stekelvarkens werden buitgemaakt,
drie in getal. Het zijn groote vernielers van de aanplantingen der
inboorlingen, die het dier nongo noemen en het vleesch op hoogen prijs
stellen. Als het dier levend in een klem was gevangen, leverden de
opstaande stekels en booze oogen een dreigend schouwspel op.

Onder de jacht voor zijn genoegen door zamelde de heer Vasse een
massa materiaal in, dat de kennis kon vermeerderen over de flora en
de insectenfauna van den omtrek en over de zeden der inboorlingen,
wier taal de heer en mevrouw Vasse reeds zeer goed spraken en
verstonden. Tot de gewone werkzaamheden der kaffers behoorde het
looien der huiden. De huid, die eerst in de zon werd gedroogd, werd
daarna zeer zorgvuldig afgeschraapt met een oud mes en ontdaan van elk
brokje vleesch, dat er nog aan zou kunnen hangen; vervolgens werd ze
met vet ingesmeerd, en met een mooi gladgemaakte steen wreven ze het
leer zacht en lieten het vet erin dringen. Al spoedig wordt het leder
zeer soepel. Het wordt dan gedompeld in een oplossing, die men krijgt,
door tamarindeschors lang in water te laten trekken. De vleeschkant
van de huid neemt daardoor een mooie roode tint aan, en de reuk van
het middel verwijdert voor altijd de insecten. Huiden, die op deze
manier geprepareerd zijn, kunnen jaren lang goed blijven. Maar dat
is niet de eenige kleurstof, die de negers gebruiken; Vasse zag ook
twee zwarte kleurstoffen aanwenden, een, verkregen door zaad van
een mimosa, de andere door de bladeren van een boom, waarmee ze hun
mantels en andere kleedingstukken zwart verven. In de beide laatste
gevallen wenden ze de kleurstof warm aan.

Tegen het einde van Juni maakten de heer en mevrouw Vasse een tocht
naar de Boven Pungwe, om te trachten, een nijlpaard te schieten. Er was
een plek bij de monding van de M'satoea, waar de heer Vasse zeven jaar
geleden op ��n dag vier van die hippopotamussen had gedood. Maar toen
ze nu ter plaatse aankwamen, was geen enkel nijlpaard in den stroom
te zien, en verder gaande naar de Moessingazi, was het resultaat niet
anders. Van de inboorlingen vernamen ze, dat een trio van Boeren, dat
zich te Mendigos had ge�nstalleerd, een razzia onder de nijlpaarden
had gehouden, en dat ze nu zoo goed als geheel daar verdwenen waren.

Zij keerden naar Gueng�r� terug en kregen spoedig daarna de
gelegenheid, zich met andere dikhuiden te meten. Van den overkant der
Pungwe kwamen inboorlingen waarschuwen, dat olifanten in vrij grooten
getale elken nacht de ma�svelden kwamen vernielen. Na een inspectie
der verwoestingen, kon de heer Vasse vaststellen, dat er zeer groote
dieren bij de bezoekers waren. Vele dagen achtereen volgde hij hun
spoor des morgens, maar zonder hen te kunnen inhalen, daar ze te
ver vooruit waren. Toen veranderde hij van plan. Hij besloot erop
uit te trekken met een aantal negers, onder wie drie goede jagers en
padvinders. Alleen het strikt noodige werd meegenomen voor vier dagen,
en men kwam overeen, niet terug te komen dan na de dikhuiden te hebben
geschoten of de levensmiddelen te hebben uitgeput.

's Avonds kampeerde men aan een riviertje, de Inhampita, zijtakje
van de Tjemulilo. In den nacht viel een regenbui, waar men niet op
had kunnen rekenen. Daar ze geen tent hadden, en daar de zwarten
in vertrouwen op het mooie weer geen schuilhut van stroo hadden
gemaakt, borg Vasse philosophisch den voorraad onder zijn deken,
die echter weldra doornat was. Even v��r zonsopgang hield de regen
op; ze droogden zich zoo goed mogelijk bij een vuur, en vertrokken,
toen het licht was. De plassen waren reeds bijna weer opgedroogd, en
uit voorzorg liet de jager zijn waterflesch vullen uit het stroompje,
waaraan ze hadden gekampeerd. Ongelukkig waren twee buffels er des
nachts in komen plassen en hadden er een modderpoel van gemaakt.

Previous Page | Next Page


Books | Photos | Paul Mutton | Sat 15th Mar 2025, 1:36