Main
- books.jibble.org
My Books
- IRC Hacks
Misc. Articles
- Meaning of Jibble
- M4 Su Doku
- Computer Scrapbooking
- Setting up Java
- Bootable Java
- Cookies in Java
- Dynamic Graphs
- Social Shakespeare
External Links
- Paul Mutton
- Jibble Photo Gallery
- Jibble Forums
- Google Landmarks
- Jibble Shop
- Free Books
- Intershot Ltd
|
books.jibble.org
Previous Page
| Next Page
Page 8
Door twee negers liet de reiziger den gedooden luipaard naar huis
dragen, en de zwartjes waren niet minder verheugd dan de gelukkige
jager bij de gedachte aan de tractatie van alcohol, die op iedere
gedenkwaardige jacht volgt. Terwijl men nog den triomf genoot van de
vangst, herinnerde de heer Vasse zich een andere val, die nog niet
was nagezien. Het zou een onverhoopt geluk wezen, als men er iets in
vond, en daaraan dacht de heer Vasse zoo weinig, dat hij het kleine
kalibergeweer van zijn vrouw meenam, om desnoods een paar patrijzen
te kunnen schieten, als hij die toevallig mocht tegenkomen.
Een neger liep vooruit in de richting van de val. Hij was er veel
dichterbij dan de jager, die den man tot op een twintigtal meters
van de val zag naderen. Er werd geen geluid gehoord, en de heer Vasse
schouderde zijn geweer. Maar daar plotseling weerklinkt een rauw en
luid gebrul; de zwarte maakte rechtsomkeert en vluchtte, zoo hard
hij loopen kon, terwijl een prachtige luipaard hem nazette. De te
jonge katoenplant weerhield de val niet, die het dier met wonderlijk
gemak achter zich aan sleepte; de neger verloor terrein, nog eenige
sprongen, en het verscheurende dier zou hem grijpen. De heer Vasse
wist, dat het schot, dat hij zou lossen, den luipaard niet tot staan
zou brengen, maar door een onverwacht geluk raakte het boompje verward
tusschen een hoop gras, die den luipaard in zijn vaart tegenhield
en hem deed neerstorten. Daardoor kreeg de neger een voorsprong,
en was gered. De jager bleef v��r het verscheurende dier staan,
dat gromde, zich uitrekte en hem afwachtte. Toen riep de heer Vasse
den zwarte toe, hem zijn karabijn te brengen, en met dat dadelijk
toegereikte M�nnlichergeweer maakte de jager spoedig een einde aan
het avontuur. Deze luipaard, die bijna even mooi was als de andere,
was 2.25 M. lang. Geen wonder, dat de negers een dubbel rantsoen drank
kregen. De neger, die meegegaan was, profiteerde er echter niet van,
want hij moest te bed blijven door den invloed van den schrik, dien
hij had gehad, en den volgenden dag had hij een hevige geelzucht,
die hem drie weken ongeschikt voor zijn werk maakte.
In den nacht, die volgde, werd het kamp opgeschrikt door afschuwelijke
kreten; een zwarte kwam aanloopen met de tijding, dat een luipaard de
varkens in de kraal doodbeet. In haast ging ieder kijken; maar toen men
bij den stal kwam, die op 1500 meter afstands van het huis van den heer
Puech was gelegen, was de dief, verschrikt door het geroep der wakers,
verdwenen. Het was duidelijk te zien, dat het roofdier op het dak was
gesprongen en nadat hij dat had ingedrukt, zich naar binnen had laten
vallen. Bij het binnen treden kon er worden geconstateerd, dat vier
varkens gedood waren en verscheiden wonden hadden gekregen; de roover
was ontvlucht na twee palen te hebben gebroken. Een weinig van zijn
haar, achtergebleven in de bres, wees aan, waar hij langs was gegaan.
De heer Vasse wist niet precies, hoe laat het was, en of de dag
spoedig zou aanbreken. Daar den geheelen nacht te waken op een plek,
waar het wemelt van muskieten, was onmogelijk. Maar aan den anderen
kant, kon het dier nadat men was weggegaan, terugkomen en den moord
voltooien. Dus nam de heer Vasse zijn toevlucht tot een list. Hij
haalde een lijk van een der varkens naar buiten en legde het tegenover
de plaats, waar het roofdier uitgekomen was. Komt het terug, dan zal
het dit slachtoffer vinden en ermee in een boschje gaan, om het te
verslinden, des morgens kon de jager dan het spoor volgen. Als het niet
gelukte, den roover te treffen, zou er een val worden neergezet bij
de resten van het doode varken, om zoo de vangst te bewerkstelligen.
Aldus geschiedde. In den morgen zag men, dat het lokaas was verdwenen;
de jager volgde het spoor van het over den grond gesleepte dier en
kwam zoo in een groot rietbosch. Daar riep plotseling een der bij hem
zijnde negers, die vooruitliep: "Bondolo (een leeuw)!" Vasse keek en
kon zijn oogen nauwelijks gelooven. Ja, werkelijk, het was een leeuwin,
die de kraal had aangevallen; daar was duidelijk de vorm van het dier
op den vochtigen grond te onderscheiden.
In het bosch achtte de heer Vasse het gevaarlijk, het dier te volgen,
want men kon niet schieten in geval van een aanval, en daarom ging hij
naar de kraal terug. Hij liet toen dorentakken aan alle zijden en op
het dak aanbrengen, en liet alleen een toegang open, die leidde naar
den uitgang, waar de leeuwin doorheen was gegaan, en aan den anderen
kant van de val, die bij den ingang stond, werd het lijk van een ander
varken gelegd. Vasse was er zeker van, dat de leeuwin zou weerkomen,
want varkensvleesch oefent op de verscheurende dieren een zoo groote
aantrekkingskracht uit, dat ze er geen weerstand aan kunnen bieden.
In de val werd den volgenden nacht een hyena gevonden, maar de nacht
was buitendien onrustig, doordat de negers telkens beweerden, den
leeuw te bespeuren. Eerst echter in den nacht van den 20_sten_ op
den 21_sten_ kwam om vijf uur in den morgen een der wakere aanloopen
met het bericht, dat de leeuwin gevangen was. Dadelijk ging Vasse er
heen, goed gewapend en met een lantaarn voorzien. Vanaf den post der
bewakers hoorden ze den leeuw dof brullen. Ze drongen in den stal door
en trachtten het dier te zien te krijgen; maar het was onmogelijk;
het was te donker en er moest gewacht, tot het dag was, om te schieten.
Previous Page
| Next Page
|
|