Op de jacht in Mozambique by Guillaume Vasse


Main
- books.jibble.org



My Books
- IRC Hacks

Misc. Articles
- Meaning of Jibble
- M4 Su Doku
- Computer Scrapbooking
- Setting up Java
- Bootable Java
- Cookies in Java
- Dynamic Graphs
- Social Shakespeare

External Links
- Paul Mutton
- Jibble Photo Gallery
- Jibble Forums
- Google Landmarks
- Jibble Shop
- Free Books
- Intershot Ltd

books.jibble.org

Previous Page | Next Page

Page 5

Deze zwarte antilope werd het eerst beschreven in een werk, van 1840,
door kapitein Harris, getiteld Wild Sport in Southern Africa. De
geleerden noemen het dier, dat algemeen als de harrisbuck bekend is,
Hippotragus niger. Het wordt meestal grooter dan een groot hert. Het
haar is bij de volwassen dieren zwart; alleen de buik is wit en de
ooren zijn rood. Deze soort leeft in kleine kudden, waarbij zich
nooit meer dan drie of vier mannetjes bevinden. Het is een zeer slim
en wantrouwig dier. Alleen in de schemering verlaat het de boschjes of
wel in den vroegen morgen, om zich naar een weideplaats te begeven. In
de vlakte ziet men het dier zelden, wel in een gebied, waar kloven
zijn met plantengroei en vooral, waar water is te vinden. Het
voedsel bestaat uit gras en jonge spruitjes; ook eet het bladeren
van harshoudende boomen.

De inboorlingen zeggen, dat de harrisbuck, als ze door een leeuw
wordt aangevallen, zich kloek verdedigt en dat hij wel eens het
groote roofdier met de horens heeft gedood. De kaffers houden veel
van het vleesch, maar de blanken proeven er een sterken smaak aan,
waarschijnlijk doordat het dier harsachtige knoppen eet.

Toen de heer Vasse na het vermeesteren van de antilope in het
kamp terugkwam, waren de zwartjes bezig het vleesch in stukken te
snijden en van de beenderen te halen. Den geheelen nacht werden vuren
onderhouden, om het vleesch te drogen, maar ondanks de geuren, die
van die slachterij in het groot opstegen, werd men in het kamp dien
nacht niet verontrust.

In de dagen, die volgden, viel er veel regen, die in een der dorpen,
waar het kamp werd betrokken, aanleiding scheen te hebben gegeven
tot een drinkgelag, want alle bewoners bleken dronken te zijn. Het
was in Chitote, waar men zich aan kafferbier, dat uit sorghomeel
wordt bereid, was te buiten gegaan. Er zijn wel Europeanen, die
het een lekkeren drank vinden, maar de meesten houden er niet van,
vooral niet, omdat het eten en drinken tegelijk is, zoo dik is het,
en omdat er een zuurachtige en schimmelachtige smaak aan is, die velen
tegenstaat. Maar de kaffers zijn er dol op, in die mate zelfs, dat een
deel van den oogst voor de bereiding van bier wordt bestemd, terwijl
de voorraad daar eigenlijk niet groot genoeg voor is, zoodat er ieder
jaar, voordat de nieuwe oogst binnen is, een periode van gebrek moet
worden doorgemaakt. De drank heeft bij de inboorlingen verschillende
namen; hier heet hij pomb�, daar tsjoeala en ginder aroea.

In de buurt van Chitote werd jacht gemaakt op parelhoenders, die er
veel voorkomen. De vogel heeft witte en zwarte veeren, en de kop is
bij de daar aanwezige soort een weinig kaal en rood, zoodat het dier
gemijterd lijkt. Het vleesch is heerlijk en de jacht niet onaardig. Met
de honden en verscheiden negers ging de heer Vasse rondzwerven in
de nabijheid van de aanplantingen der inboorlingen. Daar houden de
troepen vogels zich op, die zoodra ze de honden gewaar worden een
luid geschreeuw aanheffen. Ze worden, als het ware, gehypnotiseerd
door dat gezicht en blijven op hun plaats. Dan liet de heer Vasse zijn
helpers, die hij aan de hoeken had opgesteld, onder veel rumoer naar
zich toekomen, en de parelhoenders vliegen op en worden gemakkelijk
geschoten. Dikwijls schoot de Europeaan er acht van de honderd
opvliegende vogels.

Over M'sissi ging het naar Cha�a, waarbij de rivieren de Masomba en
de Rotunda moesten worden overgetrokken. Te Cha�a had de heer Vasse
gehoopt den chef van het district Moribane te treffen; maar hij was
vertrokken naar het gebergte van Sjimanimani, waarheen hij verplaatst
was. Er werd door het gezelschap daar naar ru�nen gezocht, omdat de
gidsen daarvan hadden gesproken, maar het scheen dat die overblijfselen
alleen in den droom door dezen of genen waren aanschouwd, ten minste
men vond er geen spoor van.

Door dorpen en over rivieren werd de tocht voortgezet. Op ��n dag deed
men een marsch van elf uren langs de Mutema tot aan de samenvloeiing
van die rivier met de Lusitu. Deze belangrijke zijtak van de Busi
is honderd meter breed; maar ligt vol rotsblokken. Daar de dragers
hun voorraad antilopenvleesch hadden uitgeput, gebruikte de heer
Vasse aan de rivier eenige dynamietpatronen, en had daardoor een
wonderbare vischvangst.

De volgende �tappe bracht het gezelschap aan de oevers van de Basi,
die wel 200 meter breed is in den regentijd, maar die toen nog niet
de helft van die breedte had. De plek, waar het kamp werd opgeslagen,
was zeer boschrijk, en aan den overkant van de rivier breidde zich
een groote vlakte uit, die naar het zeggen der inboorlingen wildrijk
moest wezen. Dat moet wel waar zijn, want ze werden er onthaald
op een prachtig concert van leeuwen. Er waren er wel tien. Bij de
eindelooze eenzaamheid van dat groote Afrika, in een stillen nacht
met duizenden sterren aan het uitspansel, is er niets schooners en
indrukwekkenders en edelers dan die stem van den koning der dieren,
die in wijden omtrek gewaagt van de kracht, de macht en de glorie
van den vorst der wildernis.

Previous Page | Next Page


Books | Photos | Paul Mutton | Fri 14th Mar 2025, 12:26