De Pop van Elisabeth Gehrke by Dina Mollinger-Hooyer


Main
- books.jibble.org



My Books
- IRC Hacks

Misc. Articles
- Meaning of Jibble
- M4 Su Doku
- Computer Scrapbooking
- Setting up Java
- Bootable Java
- Cookies in Java
- Dynamic Graphs
- Social Shakespeare

External Links
- Paul Mutton
- Jibble Photo Gallery
- Jibble Forums
- Google Landmarks
- Jibble Shop
- Free Books
- Intershot Ltd

books.jibble.org

Previous Page | Next Page

Page 10

Dan stonden ze stil voor de opening in de hooge heg en keken
nieuwsgierig den boomgaard in, waarvan de geduldige vruchtboomen als
stille wachters stonden v��r een witgekalkt huisje. E�n wijd-gespreide
tak wuifde windbewogen aan een der vensters, waar, rondom de lijsten, de
wilde wingerd was als een rooden brand. Op het raamkozijn wrong de vurig
ontloken kroon van een fel fonkelende geranium, zich tegen de ruiten op
naar het licht. Bij de voordeur, die half aanstond, zaten aan
weerskanten van een groene regenton met breede, geelgeverfde hoepels,
een groote, zwarte hond en een kleine grijze kat. En evenals deze twee
stille dieren scheen ook het woninkje, met het laag overhangend rieten
dak, loom te soezen in de zon.

* * * * *

Plotseling, door 't voetgeschuifel en de stemmen der spiedenden uit zijn
morgendut opgeschrikt, sloeg luid de hond aan en stortte blaffend op de
kijkers toe, die bang voor het dreigende dier, zich haastten om weg te
komen.

Pink-oogend tegen het licht, volkomen onbewogen door 't incident, bleef
roerloos de kleine, grijze kat; ook toen de hond, in mopperend
na-grommen, langzaam terugliep naar zijn plaats bij de regenton.

"Daar woont de gekke Mevrouw Gehrke."

De honende woorden drongen op een morgen d��r tot waar Elizabeth, bij
een open veld met hoog opgeschoten zonnebloemen, aan de zuidzijde van 't
huis zat te lezen. Ze hief het hoofd op van het boek in haar handen. Een
weemoedige glimlach beefde om haar mond, maar in de donkere oogen
tintelde tarting, in verweer tegen de scherpe, vijandige stem, die zoo
onverwacht de zonnige morgenstilte had gebroken.

Dan dacht ze hoe zulk een voorbarige uitspraak haar vroeger zou hebben
gekwetst; hoe nu.... niets uit de verre wereld, waarmee ze had
afgerekend, haar meer kon krenken en volkomen gerust boog ze het hoofd
over het geopende boek en las aandachtig verder in een stilte, die, nu
de stemmen op den weg waren verklonken, opnieuw en dieper nog om 't
huisje zonk.


2.

Het was meer dan een jaar geleden, dat Elizabeth het bouwvallig huisje
voor een prikje kocht en er door den timmerman van het dorp enkele
veranderingen liet aanbrengen, eer zij alles onder versche verf zette.

Wie in die dagen met haar in aanraking kwamen, bemerkten in 't begin
niets bizonders aan de nieuwe dorpelinge. Maar 't eerst viel het den
timmerman op, dat zij midden in het ontpakken en rangschikken der boeken
op de planken die hij daarvoor had aangebracht, plotseling ophield, naar
't raam toeliep en daar dan stond uit te staren, zoo lang.... en zoo
stil...., in een zoo beklemmend zwijgen, dat hij er onrustig van werd,
omkeek, kuchte, en toen dat niet hielp, z'n hamer op den grond liet
vallen, om haar op te schrikken en een eind te maken aan een benauwing,
waarvan hijzelf de oorzaak niet begreep.

Toen ze daarna, in het spokig staan en mijmeren gestoord, verder ging
met het werk en hem enkele duidelijke aanwijzingen gaf, begon hij aan
zijn eersten indruk te twijfelen, totdat hij--en nu sterker dan
tevoren--tot de slotsom kwam "dat er iets niet pluis met d'r was", toen
hij binnenkomend op zijn kousevoeten (de klompen had hij als naar
gewoonte bij de voordeur neergezet en op zijn herhaald kloppen kreeg hij
geen antwoord) haar zag preken met een pop, die in een hoek tegen den
muur, boven op 't boekenrek zat: "een soort hansworst, met 'n krijtwit
huilebalkbakkes, roetzwarte wenkbrauwen en knalrooje lippen. Een
chagrijn van 'n vent! Ze hield d'r hand om 't zwarte kappie, dat dien
kniezert tot diep op de oogen zat."

Doordat hij tegen een stoel stootte, hield ze op met murmelen en keek
hem aan als een kind opgenomen in den slaap. Maar dan was ze weer
heelemaal gewoon en had hem een helder antwoord gegeven op z'n vraag
over 't linnenkabinet, dat met de hooge gebeeldhouwde kroon, amper onder
de balkenzoldering paste.

Toen hij het meubel had geplaatst--eerst het onderstuk met de drie
buikige laden met koperen handvatsels en daarop de kast met de gladde,
glimmend-geboende deur vlakken, met aan weerszij de zwarte zuiltjes met
koperen kapiteelen--gaf ze hem de Delftsche pullen aan en hield, terwijl
hij deze neerzette--de grootste in 't midden, de twee kleinere op de
hoeken--het wankele trapje vast waarop hij stond. Dan zegt ze: "Nu moet
ik hier eens binnenkomen om de kast te _zien_!"

Previous Page | Next Page


Books | Photos | Paul Mutton | Fri 5th Dec 2025, 18:19