|
Main
- books.jibble.org
My Books
- IRC Hacks
Misc. Articles
- Meaning of Jibble
- M4 Su Doku
- Computer Scrapbooking
- Setting up Java
- Bootable Java
- Cookies in Java
- Dynamic Graphs
- Social Shakespeare
External Links
- Paul Mutton
- Jibble Photo Gallery
- Jibble Forums
- Google Landmarks
- Jibble Shop
- Free Books
- Intershot Ltd
|
books.jibble.org
Previous Page
| Next Page
Page 53
Gerrit, die zijn vrouw voortdurend het woord liet doen en nog steeds
met de uiterste verbazing op zijn gezicht stond toe te kijken,
knikte toestemmend.
"Neen, neen!" riep Elsje angstig. "Ik kan niet weer terug, wezenlijk
niet, och, geloof mij toch! En tante zal niet ongerust zijn, want
zij denkt dat ik al in bed lig. Laat mij hier blijven van nacht, als
't je blieft, als 't je blieft! Morgen zal ik weer weggaan...."
Er was niets met haar te beginnen. Zij was zoo over stuur en zoo
angstig bevreesd dat men haar haar zin niet zou geven, dat de vrouw
eindelijk hoofdschuddend toegaf, haar in Gerrit's gemakkelijken stoel
bij de tafel duwde en zei:
"Nu, nu, blijf hier dan maar van nacht. Rust nu maar eens even uit
en probeer wat kalmer te worden."
Toen ging zij met haar man de kamer uit.
"Wij moeten haar in vrede's naam van nacht maar hier houden," zei
ze. "Het arme kind is heelemaal in de war. Het is te hopen dat die
tante van haar werkelijk niet ongerust over haar is. Als ze nu van
nacht eens goed geslapen heeft, zal ze morgen wel wat handelbaarder
zijn. Ze kan natuurlijk toch niet reizen in die jurk; ze heeft niet
eens een hoed en mantel bij zich en wie weet, of ze wel reisgeld heeft
meegenomen! Ze schijnt opeens weggeloopen te zijn. Ze ziet er als een
echte jongejuffrouw uit nu met die mooie kleeren, heel anders dan toen
ik haar voor 't eerst zag. Toen leek ze een gewoon burgermeisje. Het
is een raadselachtige geschiedenis, Gerrit; misschien komen we er
morgen achter. Er is nu niets uit het arme kind te krijgen. Ik moet
haar maar gauw in bed stoppen. Gelukkig dat Jan net voor vier dagen
naar zijn ouders is, nu kan ze in zijn bed slapen."
Jan was de bediende, een buitenjongen, die bij den kruidenier in de
leer was.
Hoofdstuk IX.
Groot Verdriet.
Een half uur later stond Elsje met een bedrukt gezicht en rood
beschreide oogen naast de goedhartige kruideniersvrouw op een klein,
hoogst eenvoudig gemeubileerd zolderkamertje met een bedstee, waarvoor
hardgele gordijnen hingen.
"Kijk," zei haar gastvrouw, de gordijnen opentrekkend, "het bed is
groot genoeg en ik heb er mooi, schoon linnen voor je opgelegd. Kom,
wees nu maar niet meer bedroefd en ga maar gauw slapen. Wat zal de
kleine Evert het aardig vinden je morgenochtend te zien! Denk er aan
dat je de kaars uitblaast als je klaar bent en slaap lekker! Morgen
zal alles wel weer in orde komen, daar ben ik niets bang voor. Nacht
Elsje!"
Elsje sloeg met een plotselinge, hartstochtelijke beweging de armen
om haar hals, legde haar kloppend hoofd tegen den schouder der goede
vrouw en barstte weer in tranen uit.
"O, ik verlang zoo naar huis, naar grootmoeder!" snikte ze, in korte,
afgebroken zinnen, "ik vind het zoo vreeselijk, vreeselijk hier in
de stad--o, ik wou dat ik er nooit gekomen was, nooit! Ik .... ik
wou dat ik maar weg was .... ik wou...."
"Stil, stil," viel de vrouw haar sussend in de rede, "je moet nu niet
meer schreien, wezenlijk niet. Je zult nog hoofdpijn krijgen en ziek
worden, als je je zoo vreeselijk over stuur maakt. Kom, kom, kom,
stil nu, stil nu."
Zij maakte zich zacht los uit de omarming van het snikkende kind,
schonk een glas water in, liet haar drinken en zei op beslisten toon:
"Nu moet je wezenlijk terstond naar bed gaan. Kijk, hier op dezen
stoel ligt een nachtjak van mij voor je. Dat zal je wel een beetje te
wijd wezen, maar dat is niets, beter te wijd dan te nauw. Kom, drink
nog maar eens, zie zoo, nu bedaard het al een beetje, he? Nacht Elsje."
En haar onverwachte gast nog eens vriendelijk toeknikkend, ging
ze heen.
Previous Page
| Next Page
|
|