Elsje by A.C. Kuiper


Main
- books.jibble.org



My Books
- IRC Hacks

Misc. Articles
- Meaning of Jibble
- M4 Su Doku
- Computer Scrapbooking
- Setting up Java
- Bootable Java
- Cookies in Java
- Dynamic Graphs
- Social Shakespeare

External Links
- Paul Mutton
- Jibble Photo Gallery
- Jibble Forums
- Google Landmarks
- Jibble Shop
- Free Books
- Intershot Ltd

books.jibble.org

Previous Page | Next Page

Page 4

"Ziezoo, nu is het weer over. H�, dat is een opluchting! Het kwam nu
toch ook heel onverwachts."

"Zal ik u straks nog eens wat van dat drankje geven?"

"Ja, voordat we naar bed gaan. Eet nu je boterham kind, je zult
trek hebben."

Elsje haalde haar breikous uit de bovenste lade der latafel, nam een
stoel en ging over haar grootmoeder zitten. En alweer had zij van
allerlei te vertellen, terwijl de breinaalden lustig klapperden, de
zwarte kous onophoudelijk heen en weer slingerde en nu en dan haar
vroolijke lach helder en opwekkend door de kamer klonk. Zij moest
vooral haar best doen dat de oude vrouw geen sombere buien kreeg,
had de dokter gezegd en hoewel zij eigenlijk nooit anders deed dan
het haar grootmoeder zooveel mogelijk naar den zin te maken, spande
zij zich nu natuurlijk dubbel in. De wandeling naar het dorp en het
bezoek aan den kruidenier gaven haar stof genoeg tot praten, totdat
het langzamerhand donkerder werd en zij als vanzelf de breikous in
haar schoot liet zakken en stiller werd. Buiten was de maan langzaam
en statig opgekomen en verlichtte met een tooverachtig blauwen glans
de zwarte, fijne takken der enkele iepen langs den weg. Zacht dreven
de witte wolken verder door de blauwe lucht, waartegen de donkere
boomtakken scherp afstaken. In het kleine vertrek werd het hoe langer
hoe duisterder. De oude vrouw liet haar hoofd voorover glijden, sloot
de oogen en sluimerde in. Met de handen over elkaar geslagen en haar
gezicht een weinig opgeheven, zat Elsje met ernstige oogen peinzend
naar buiten te staren.

Wat was het daar plechtig stil en mooi, dacht ze en hoe aardig was het
om oplettend naar boven te kijken naar die grillig gevormde kleine
wolken, die in al haar reine witheid langzaam voortgleden. Zou daar
nu de hemel achter zijn? En als men die wolkjes van dichtbij zag,
van heel dichtbij, zou men ze dan voorzichtig kunnen bevoelen en
er met de hand overheen strijken en zouden ze dan zacht en wollig
zijn als fijne watten? En hoe kwam het toch dat de maan dat vreemde,
blauwachtige schijnsel wierp over de koude, donkere aarde? En o, wat
was het mooi, wat was het alles prachtig mooi! God moest wel heel groot
en machtig zijn om alles zoo mooi en heerlijk te kunnen maken in de
natuur! En hoe moest het wel in den hemel wezen, als het waar was dat
daar alles nog veel mooier was dan hier! En....en als zij dan later in
den hemel kwam, o, wat zou ze dan wel niet voelen, hier op aarde was
het al dikwijls zoo prachtig! Het zou zeker nog heel lang duren, eer
zij den hemel zag, zij was nog zoo jong, maar grootmoeder, die zou....

Met een snik van ontzetting, brak zij haar gedachtenloop af. O neen,
neen, grootmoeder moest bij haar blijven, zij moest en zou weer
beter worden; wat zou Elsje moeten beginnen zonder haar? Zij boog
zich voorover om in de schemering naar haar te kijken en hoorde aan
de zachte, geregelde ademhaling dat de oude vrouw sliep. En terwijl
de tranen haar in de oogen sprongen, vouwde het meisje onwillekeurig
de handen en opziende naar de heldere winterlucht daar buiten, zond
ze een vurig gebed op tot God om haar grootmoeder nog lang voor haar
te sparen.

"Maar Elsje kind, zit je daar nu nog te droomen?" klonk eensklaps de
stem der oude vrouw, die, uit haar dutje ontwaakt, verbaasd was, het
zoo donker om zich heen te vinden. "Maar meidlief, dat gaat nu toch z��
niet! Kom, steek gauw de lamp aan en brei dan nog, totdat je aan den
voet beginnen moet. We moeten onzen tijd niet zoo verspillen, kindje!"

"Maar het is ook zoo prachtig mooi buiten, grootmoeder. H�!"

En met een zucht onttrok zij zich aan haar droomerij, stond van haar
stoel op, stak de hanglamp aan, liet het gordijn naar beneden zakken
en begon den koffieboel op te ruimen. Haar grootmoeder sloeg haar
onderwijl oplettend gade, schudde even het hoofd, boog zich over haar
breiwerk heen en prevelde zacht bij zichzelf:

"Als het maar gaat! Och, als het maar gaat!"

"Klaar!" zei Elsje vroolijk, het koffieblad wegzettend en haar breikous
weer opnemend. "Nu nog flink een steekje breien, he grootmoeder? Dat
bevalt u beter dan al dat luie naar buiten kijken!"

"Ja zeker, kind. Je moet ook denken dat je...."

Zij eindigde den zin niet, zoodat Elsje verbaasd opzag en een ernstig
gezicht zette, toen zij bemerkte hoe bezorgd haar grootmoeder keek.

Previous Page | Next Page


Books | Photos | Paul Mutton | Wed 5th Feb 2025, 22:50