Elsje by A.C. Kuiper


Main
- books.jibble.org



My Books
- IRC Hacks

Misc. Articles
- Meaning of Jibble
- M4 Su Doku
- Computer Scrapbooking
- Setting up Java
- Bootable Java
- Cookies in Java
- Dynamic Graphs
- Social Shakespeare

External Links
- Paul Mutton
- Jibble Photo Gallery
- Jibble Forums
- Google Landmarks
- Jibble Shop
- Free Books
- Intershot Ltd

books.jibble.org

Previous Page | Next Page

Page 36

O, wat wemelde het hier van menschen! Zij bleef dicht langs den
winkelkant gaan, uit vrees van tusschen den drom van karren,
rijtuigen en trams te raken, die voortdurend door de straat
reden. Telkens stond ze stil voor een der winkelramen om al het
moois te bewonderen, dat hier uitgestald lag. Het meest trok een
groote bloemenwinkel haar aandacht. Het was haar alsof ze in een
toovertuin keek, zoo prachtig zag het er achter dat raam uit! Rijke
bouquetten lichtgele rozen met fijne, sierlijke takjes vrouwenhaar,
stonden in hooge vazen van zacht-groen en rood glas, terwijl een
overvloed van kerstrozen, de mooie, reinwitte sterren afstekend
tegen de donkergroene, stevige bladeren, gegroepeerd was tegen een
draperie van donkerrood fluweel. Allerlei soorten varenplanten en
palmen waren tusschen de bloemen in gezet. Elsje kon hare oogen
nauwelijks gelooven. Al die prachtige bloemen en planten midden in
den winter! Naast den bloemenwinkel, op den hoek van een nauwe straat,
was een kleine kruidenierswinkel, die er bizonder onaanzienlijk uitzag
naast zijn rijken buurman, maar Elsje keek er opgetogen naar. Bijna
precies zoo'n kruidenierswinkel als die bij haar in het dorp! De deur
stond op een kier en zij gluurde nieuwsgierig naar binnen. Kijk, de
toonbank was ook aan denzelfden kant en och, wat stond daar een aardig
klein kereltje met knikkers te spelen! Een vrouw met een vriendelijk
gezicht stond achter de toonbank en riep: "Toe maar Evert, toe maar,
het gaat al heel mooi!" Zij was zeker de moeder van den kleinen jongen.

Daar rolde een der knikkers naar buiten vlak voor Elsje's voeten. "O
moeder, daar loopt er een weg, die mooie groote nog wel! Dien pakken
ze bepaald mee!" En zoo gauw als zijn kleine voeten hem veroorloofden,
dribbelde Evert naar de deur toe om den verloren schat te gaan zoeken.

Elsje had den knikker terstond opgeraapt, maar Evert zag dit niet
en liep op een drafje de deur uit, juist op het oogenblik dat een
vigilante snel den hoek der straat omkwam. De kruideniersvrouw gaf
een gil en vloog den winkel uit om haar zoontje buiten het bereik der
paardenhoeven te brengen, maar zij kwam te laat en Evert zou zeker
een vreeselijk ongeluk hebben gekregen, indien Elsje hem niet had
gegrepen en vlug als de wind met hem den winkel was ingeloopen. Het
kleine kereltje begon te schreien nu de schrik voorbij was, zijn
moeder drukte hem met een hartstochtelijke beweging aan het hart en
dankte toen Elsje met uitbundige dankbaarheid.

"Nu is mijn knikker heelemaal weg!" klaagde Evert met zulk een bedroefd
gezichtje dat zijn moeder en Elsje er om moesten lachen.

"Kijk eens!" zei Elsje, hem het verlorene voorhoudend. "Dien had ik
al eerder opgeraapt dan jou."

Evert lachte door zijne tranen heen.

"Dank je wel hoor, voor al je hulp," zei zijn moeder. "Dat trof mooi,
he Evert? Dat dit vriendelijke meisje juist den knikker moest oprapen
en jou zoo flink weghalen voor die vigelante!"

"Ja," zei Evert en keek Elsje met groote oogen aan. Zij scheen een
gunstigen indruk op hem te maken, want terwijl hij haar zachtjes aan
den rok trok, zei hij:

"Je moet mijn paardje zien."

"Dat wil ik heel graag," zei Elsje vroolijk, "als moeder het goed
vindt."

"Wel zeker," zei deze. "Evert heeft van Sinterklaas een paardje
gekregen en dat wil hij nu aan iedereen laten kijken. Kom maar even
binnen, als 't je blieft." Elsje ging den winkel door en volgde
de vrouw door een smalle gang naar een klein vertrek, dat achter
den winkel gelegen was en hierop door een glazen deur uitzicht
gaf. Tegenover deze deur was een raam aan een klein tuintje en hier,
in de lage vensterbank, stond de grootste schat van Evert, een klein,
bruin, houten paard.

"Kijk!" zei hij terstond, toen zij de kamer in waren, met een blik
vol trots zijn ros aan Elsje toonend.

"Heel mooi!" zei ze, "en hij heeft ook heel wat te eten!"

Er lagen eenige krenten en rozijnen bij het paard op de vensterbank.

"Ik eet er ook van," zei Evert heel eerlijk en stopte een paar rozijnen
in den mond. "Wil je ook wat?"

Previous Page | Next Page


Books | Photos | Paul Mutton | Sun 21st Dec 2025, 10:03