Main
- books.jibble.org
My Books
- IRC Hacks
Misc. Articles
- Meaning of Jibble
- M4 Su Doku
- Computer Scrapbooking
- Setting up Java
- Bootable Java
- Cookies in Java
- Dynamic Graphs
- Social Shakespeare
External Links
- Paul Mutton
- Jibble Photo Gallery
- Jibble Forums
- Google Landmarks
- Jibble Shop
- Free Books
- Intershot Ltd
|
books.jibble.org
Previous Page
| Next Page
Page 14
"Ik heb maar ��n hoed," zei Elsje koppig.
"Zet je kapje maar op, kind, gauw maar; laat tante niet wachten."
De vermanende toon harer grootmoeder deed Elsje terstond
gehoorzamen. Maar boos was ze toch. "Ik vind haar een naar mensch!" zei
ze, de kast in het slaapkamertje opentrekkend en haar wollen mutsje
te voorschijn halend. Met een driftige beweging strikte zij het onder
de kin vast. "Dit houd ik op, al gaat ze ook op haar hoofd staan!" zei
ze beslist. Toen ging ze weer terug met iets uitdagends in hare oogen.
"Dat gaat ten minste nog," zei hare tante. "En nu moeten we heusch
weg, anders komen we nog te laat aan den trein. Dag moeder, zult u
goed op u zelf passen?"
Weer kuste ze de oude vrouw. Toen trok ze haar voile voor het gezicht
en ging voor het kleine, ouderwetsche spiegeltje staan, om te zien of
haar hoed wel volkomen naar de regelen der kunst op haar hoofd stond.
"Dag mijn lief, lief kind! God zegene je!" fluisterde de grootmoeder,
terwijl ze Elsje in haar armen gesloten hield. "Stuur mij maar eens
gauw een brief, hoor!"
Elsje knikte. Spreken kon zij niet. Toen sloeg ze haar armen om
grootmoeders hals en kuste haar.
Een oogenblik later zat ze naast hare tante in het rijtuig. De oude
vrouw stond voor het raam en knikte, knikte met een vriendelijk
lachend gezicht, terwijl hare mondhoeken zenuwachtig trilden. Nog
een oogenblik en het rijtuig was uit het gezicht verdwenen.
Stil, met een verlegen gezicht, zoo geheel verschillend van de gewone,
vroolijke Elsje, volgde ons meisje mevrouw d'Ablong in den keurigen
coup�, dien de beleefde conducteur voor de deftige dame opende. "Jij
wilt zeker graag bij het raampje zitten, kind?" vroeg hare tante met
een werkelijk edele poging om het haar nichtje zoo prettig mogelijk
te maken en haar op haar gemak te zetten. Elsje knikte maar eens. Zij
had wel "ja tante" willen zeggen, maar ze durfde niet te spreken. Zij
had nog steeds dat rare, benauwde gevoel in de keel, net of ze niet
goed slikken kon en net of ze zou _moeten_ schreien, als ze probeerde
iets te zeggen. Daarbij was er nog een dame in den waggon, die haar
nog minder op haar gemak maakte dan ze reeds was. De dame had zoo'n
trotsch gezicht en zulke koude, grijze oogen en ze keek Elsje zoo
strak aan en zoo lang, alsof ze zeggen wou: "Kind, wat doe _jij_ hier,
in een coup� eerste klasse?" En toen Elsje ging zitten bij het raampje
en leunde tegen de zachte kussens, evenals zij haar tante zag doen,
ging de vreemde dame zoo stijf rechtop zitten en bekeek Elsje zoo
nauwkeurig dat het arme kind bepaald dacht dat zij onbehoorlijk zat,
ook rechtop zitten ging en verlegen het raampje uitkeek. Het was of
een magnetische kracht haar telkens weer noopte om te zien of de dame
nog naar haar keek, en herhaaldelijk als zij dit deed, zag ze de koude,
grijze oogen op zich gevestigd.
Mevrouw d'Ablong had _hare_ oogen gesloten en zat doodstil, met hare
handen in haar mof, over Elsje, die een gevoel had, alsof ze alles zou
hebben willen geven, om rustig bij haar grootmoeder te zijn. Maar zij
moest zich goed houden,--v��r alles, zich goed houden--flink en moedig
zijn en haar best doen,--dat had ze grootmoeder zoo beloofd! Schreien
zou ze niet---vooral hier niet--hare tante zou zich niet voor haar
behoeven te schamen tegenover die trotsche, akelige dame daar in den
anderen hoek van den waggon. En met groote volharding keek Elsje
het raampje uit en deed zich geweld aan om bedaard te zijn. En
langzamerhand werd het kalmer in haar, zoodat ze met zekere stille
berusting hare tante volgde, toen deze aan een groot, druk station
den trein uitstapte met de woorden:
"Ziezoo kind, nu zijn we dadelijk thuis. Ga maar gauw met me mee naar
het rijtuig. Loop vlak achter me, hoor; het is hier altijd zoo vol
om dezen tijd van den dag!"
Ja, w�l was het er vol! Het was Elsje alsof ze droomde, toen ze
zich daar plotseling verplaatst zag in die woelige wereld, die haar
tot nu toe geheel onbekend was geweest. Het maakte haar angstig--de
dringende, luid pratende en roepende menschenmassa om haar heen, de
haastige kruiers, die tegen haar aanliepen en haar op zijde duwden,
de heeren en dames, die tusschen de drukte door, deftig heen en weer
wandelden op het perron, of beleefd hunne gasten begroetten, het
schelle, doordringende gefluit en gesis van aankomende en vertrekkende
treinen, het rijden met karren en kruiwagens--dit alles verdreef
geheel de kalme stemming, die zij met zooveel moeite was machtig
geworden en bevend, erg geagiteerd, haastte zij zich haar tante bij
te houden, terwijl deze zich vlug en handig een weg baande naar den
uitgang van het station, waar een rijtuig haar wachtte. "Zou C�cile
ons komen halen?" dacht Elsje. Die zat dan zeker al ongeduldig te
wachten in het rijtuig, of--zou ze er misschien ook een beetje tegen
opzien om kennis te maken met het onbekende nichtje? Elsje's hart
klopte sneller, toen het portier van het rijtuig geopend werd, maar
een gewaarwording van verlichting en toch ook van teleurstelling,
maakte zich van haar meester, toen ze zag dat het leeg was. Mevrouw
d'Ablong scheen hier niets ongewoons in te vinden. Zij zei alleen
maar: "Toe Elsje, haast je een beetje!" omdat het kind niet dadelijk
instapte en keerde zich met een vriendelijk lachje om, toen ze zich
door een beschaafde vrouwenstem bij den naam hoorde roepen en een
keurig gekleede dame achter zich zag staan. "Hoe gaat het u toch,
mevrouw d'Ablong?" zei ze, "Loulou heeft al z�� dikwijls verlangd,
Cilly eens weer te spreken en eens bij zich te zien. Zij houdt zoo
dolveel van Cilly! Hoe maakt ze het? Ziet zij er nog altijd even
beelderig lief uit? Ik vond haar om te stelen verleden winter op die
partij van mijnheer van Heusde. Bent u op reis geweest, of....o ja,
ik zie het, u hebt een logeetje meegebracht....maar neen, nu vergis
ik me toch zeker .... Bent u ook al heelemaal opgaande in werken van
liefdadigheid?" vervolgde ze fluisterend, "en moet er voor dat meisje
misschien een dienstje worden gezocht bij kinderen, of...."
Previous Page
| Next Page
|
|