Elsje by A.C. Kuiper


Main
- books.jibble.org



My Books
- IRC Hacks

Misc. Articles
- Meaning of Jibble
- M4 Su Doku
- Computer Scrapbooking
- Setting up Java
- Bootable Java
- Cookies in Java
- Dynamic Graphs
- Social Shakespeare

External Links
- Paul Mutton
- Jibble Photo Gallery
- Jibble Forums
- Google Landmarks
- Jibble Shop
- Free Books
- Intershot Ltd

books.jibble.org

Previous Page | Next Page

Page 12

Elsje moest maar geen goed meenemen, had haar tante geschreven; zij
zou haar wel een en ander leenen,--C�cile's kleeren zouden haar zeker
ook wel passen. "Dan zal ik mijn mooie, roode jurk maar aantrekken
op reis, vindt u niet, grootmoeder?" vroeg Elsje, "dan zie ik er
dadelijk netjes uit, als ik bij tante kom."

"Ja, doe dat kind," zei grootmoeder en toen het eindelijk
Donderdagochtend geworden was en mevrouw d'Ablong tegen twee uur
verwacht kon worden, was Elsje al heel lang voor dien tijd klaar om
hare tante te ontvangen. De strooien hoed met het vuurroode veertje
lag netjes gereed op een stoel, met een paar wollen handschoenen en
een stevige parapluie. Elsje was geheel reisvaardig, maar zij had toch
gedurig een gevoel, alsof ze nog iets vergeten had en onophoudelijk
liep ze naar het kleine slaapvertrek om te zien, of zij alles wel goed
had opgeredderd en Aafje's zuster veilig haar nieuwe slaapstede kon
betrekken; dan weer trippelde zij naar de keukenkast om te kijken,
of alles op zijn plaats stond.

"Och grootmoeder, ik wou toch eigenlijk maar veel liever niet gaan,"
zei ze opeens met een diepen zucht.

"Maar Elsje!"

"Ik zie er zoo tegen op en het lijkt me niets prettig meer! Ik weet
haast wel zeker dat tante niet van mij houden zal en ik niet van haar."

"Als je zulke dingen zegt, wil ik niet eens naar je luisteren, kind,"
klonk het streng en beslist.

Elsje ging zwijgend op haar gewone plaats voor het raam zitten,
tegenover haar grootmoeder en keek met een bedroefd gezicht naar
buiten. Gisteren was ze nog een eind de heide overgegaan, daar
in de verte, om een boodschap te doen bij vrouw Rikkers, die een
boerderij had en toen had ze nog gedacht, hoe vreemd het toch was dat
de heideplanten nu zoo dor en bruin waren, terwijl zij eenige maanden
geleden zoo prachtig hadden gebloeid, vol geur en kleuren. En toen had
ze er ook over gedacht, wat zij alles wel ondervonden zou hebben, als
al die hei _weer_ bloeide en wat ze dan wel niet allemaal met vrouw
Rikkers zou te bepraten hebben--zij hadden het nu samen altijd al
zoo druk! Maar gisteren, toen had ze zich vroolijk gevoeld en blij,
vol ongeduldig verlangen naar al het ongekende genot, dat haar in
de groote stad wachtte en nu--och nu zou ze veel, veel liever bij
grootmoeder hebben willen blijven. Zij voelde zich ook niets prettig,
zoo raar beverig en zoo akelig benauwd, net of ze niet goed slikken
kon. Ze wou dat tante dien brief maar nooit geschreven had!

Maar er was nu niets meer aan te veranderen. De trein, die mevrouw
d'Ablong naar het kleine dorp brengen moest, waar Elsje woonde, kwam
al nader en nader en stond eindelijk hijgend en blazend een paar
minuten stil voor het onaanzienlijke station, waarbij Elsje's tante
uitstapte. De stationschef keek nieuwsgierig naar de deftige dame in
den langen mantel van bruin pluche, die bevallig sloot om de slanke,
statige gestalte. De chef was eerst een half jaar in dienst en had
er geen het minste denkbeeld van, wie de vreemde dame kon zijn. Met
een trotsche, eenigszins gebiedende uitdrukking in hare mooie,
donkere oogen, liep zij hem langzaam voorbij met de houding eener
koningin. Zij beantwoordde zijn beleefden groet met een genadig
hoofdknikje en ging toen het stille perron over in de richting van
den uitgang. "Wat komt die hier doen!" mompelde de chef bij zichzelf,
terwijl hij haar nazag. Eensklaps scheen zij zich te bedenken; ze
stond stil, keerde zich om, liep terug en trad op den chef toe.

"Is hier geen rijtuig te krijgen?" vroeg ze.

"Als u even geduld hebt, mevrouw. Het logement is hier vlak bij en
daar kunt u heel goed terecht."

"O, kan daar iemand heen worden gestuurd?"

"Wel zeker, mevrouw, als u dat verkiest."

"Goed. Laat er dan dadelijk iemand heen gaan en zeggen dat ik het
rijtuig terstond hebben moet. Ik zal hier blijven wachten."

"Tot uw dienst, mevrouw."

Vijf minuten later was het rijtuig met mevrouw d'Ablong op weg naar
de woning van Elsje's grootmoeder. De oude vrouw stond haastig van
haar stoel op, toen ze het geluid van naderende wielen hoorde. Met
bevende hand schoof zij het gordijntje op zij, om beter langs den weg
te kunnen zien. Zij hield zich goed, ter wille van Elsje, maar haar
hart klopte onstuimig en hare oude oogen deden pijn van de inspanning,
waarmee zij hare tranen terug hield.

Previous Page | Next Page


Books | Photos | Paul Mutton | Thu 6th Feb 2025, 23:09