Main
- books.jibble.org
My Books
- IRC Hacks
Misc. Articles
- Meaning of Jibble
- M4 Su Doku
- Computer Scrapbooking
- Setting up Java
- Bootable Java
- Cookies in Java
- Dynamic Graphs
- Social Shakespeare
External Links
- Paul Mutton
- Jibble Photo Gallery
- Jibble Forums
- Google Landmarks
- Jibble Shop
- Free Books
- Intershot Ltd
|
books.jibble.org
Previous Page
| Next Page
Page 3
Over dag is zulk een brand al een mooi gezicht, maar des nachts is
de aanblik eenvoudig overweldigend. Als het donker is, worden alle
geluiden die veel minder hoorbaar schenen in den vollen zonneschijn,
luider en sterker, en ook de stem van het vuur zwelt dan aan als tot
een gehuil. De horizon is geheel in purper gezet en wordt door een
vlammenzee omsloten.
De bovengenoemde overstrooming van het kamp was de aanleiding, dat de
heer Vasse zich naar een zijner landgenooten begaf, die in de buurt
woonde, den heer Pacotte, en deze, een ingenieur, vertegenwoordiger
van eenige mijnmaatschappijen, bezorgde aan het reisgezelschap een
huisje te Andrada, op acht kilometer afstands van Massikess�. Het was
een huis van leem en hout, gewit en gedekt met een zinken dak. Geen
paleis, maar, vergeleken bij het inlandsche hutje, was er groote
vooruitgang. Helaas was het er zoo heet, als de zon op het dakje
scheen, dat men er een rietbedekking overheen moest leggen. Drinkwater
moesten ze van verre halen, namelijk op 1500 meter afstands, want de
Kewe, die langs de bezitting stroomde, had te troebel water, dat vuil
werd gehouden door mijnwerkzaamheden verder stroomop.
Maar er waren veel lichtzijden, want de heer Vasse kon nu naar
Massikess� gaan, zonder te moeten vreezen, dat hij door een
opkomende regenbui met de daarop volgende verhooging van den
waterstand gescheiden zou worden van zijn kamp, zooals te Muza het
geval was. Ook bevond men zich dicht bij de engelsche grens en in
een nieuwe streek, die tot studie uitlokte. Er waren eenige aardige
buren, ook een Franschman, de heer Poulin, een jager van professie,
die herhaaldelijk gids was geweest voor sportslui, en die al een
massa wild had gedood. Zijn hut lag naast het huisje en vaak kwam de
landgenoot des avonds een praatje maken over de jacht, over mijnen
en geweren, en soms kwamen ook Engelschen op bezoek aan de thee.
In allerlei weer was de Franschman op weg, en natuurlijk maakte hij
ook kennis met het kwaadaardigste reptiel in Zuid-Afrika, met de
slangen. In het district Manica, waar men tot dien tijd steeds was
geweest, zijn er vele, en de kaffers zijn zoo bang voor die beesten,
dat ze iedere slang vergiftig noemen, ook de onschadelijkste. Ze doen
altijd de wonderbaarlijkste verhalen over slangen, altijd griezelig en
ontzettend en vooral afschuwelijk, als ze vermoeden, dat ge hun zult
opdragen er een te vangen. De heer Vasse maakte verscheiden slangen
buit voor zijn collectie, en ook kreeg hij een levend exemplaar van
de gevaarlijke pofadder, die naar het Museum werd opgezonden.
In den loop der drie jaren van aanhoudend verblijf in Zuid-Afrika
heeft hij, naar hij vertelt, nooit, noch bij zijn bedienden, noch in
de dorpen, waar ze door kwamen, gehoord van een slangenbeet, waar
de dood op volgde. Daar hij steeds een fleschje met het serum van
Calmette bij zich had, was hij gewapend; maar het middel kon steeds
rustig ongebruikt blijven. Hij schrijft dat aan twee oorzaken toe,
vooreerst aan de groote vlugheid van de meeste slangen, die bovendien
altijd zooveel mogelijk uit de nabijheid van den mensch blijven en dan
aan het scherpe gezicht van de kaffers, waardoor ze onderweg altijd
een aanwezige slang zullen ontdekken. Honderdmaal kwam het voor,
dat een drager den Europeaan een onbewegelijk liggende slang aanwees,
terwijl de minder scherpziende reiziger haar nooit zou hebben ontdekt.
Toen de tweede bezending voorwerpen op 27 Mei 1905 naar het Museum
was afgezonden, de zware stukken der bagage naar Gueng�r� aan
de Pungwe waren overgebracht, toen men afscheid had genomen van
de autoriteiten en de hand der vrienden had gedrukt, vertrok het
gezelschap van Massikess� naar Busi. Er waren dertig zwarten, geleverd
door de mijnmaatschappij, van welk aantal 22 de lasten elk van 25
kilogram droegen, terwijl de acht overige de hangmatdragers waren, de
"machilleurs", zooals ze werden genoemd naar de "machilla", de aan een
langen bamboe hangende draagmat. Twee negers aan elken kant steunen het
toestel op hun schouders. Ze loopen in een zacht drafje en voeren zoo
den reiziger mee, die lang ligt uitgestrekt, door een afdakje beschut
voor de zon. Achteraan sukkelen de vier andere dragers, die de eerste
moeten aflossen. Op die wijze legde mevrouw Vasse de groote etappen af.
Men kan op zoo'n manier zes tot zeven kilometer in een uur
afleggen. Enkele portugeesche commandanten brengen het met deze
draagmanier wel tot 70 kilometer per dag. Maar als men het land wil
leeren kennen, is het beter te voet te gaan. Op den tocht ging de
hangmat vooruit; daarachter liepen de dragers, en daarna de heer Vasse
met het geweer over den schouder en den reisstok in de hand. Als hij
een drager zag, die last had met zijn vrachtje, liet hij dien nooit
achter zich, maar hielp en moedigde den drager aan, zoodat ze te zamen
aan de rustplaats kwamen. Dat beschouwde hij als het eenige middel,
om des avonds in het kamp al het benoodigde bij de hand te hebben.
Previous Page
| Next Page
|
|