Gedichten by Frans Bastiaanse


Main
- books.jibble.org



My Books
- IRC Hacks

Misc. Articles
- Meaning of Jibble
- M4 Su Doku
- Computer Scrapbooking
- Setting up Java
- Bootable Java
- Cookies in Java
- Dynamic Graphs
- Social Shakespeare

External Links
- Paul Mutton
- Jibble Photo Gallery
- Jibble Forums
- Google Landmarks
- Jibble Shop
- Free Books
- Intershot Ltd

books.jibble.org

Previous Page | Next Page

Page 12


* * * * *


TERUGBLIK.


I.

"Het was me als werd mijn vroegste jeugd herboren,
Toen ik hier speelde als knaap met stralend oog,
Niet wetend hoe, wat t��n mijn hart bewoog,
Zoo lang zou ruste' als in schijndood verloren.

Maar thans ging in mijn ziel jeugds welig koren
Met duizend-voude vrucht volrijpt, omhoog
En vindt de vreugd der jonkheid, die vervloog,
De woorden, die bij vreugd der jeugd behooren.

Want zie: ik sliep en, in mij, zwak en zwakker,
Vervloeide 't jeugdlicht, dat h��l 't leven tint;
Mijn hart was jong, zeer jong, maar vreugdeblind,
Tot, zon en leeuwerik boven donkren akker,
Uw licht mij straalde, Uw stem mij riep: "word wakker."
"Uw ziel heeft lief een ziel, die weer bemint."

II.

"Een wolk van weemoed drijft door mijn gedachte,
Dat er zoo lange jaren zijn vergaan,
Voor dat ik wist het wezen te bestaan,
Dat schooner bleek, dan 't ooit mijn hart verwachtte.

En vreemden ziet mijn oog benijdend aan,
Die 't schoone aanschouwden, maar het licht niet achten,
Het godsgeschenk, dat hun de goden brachten
In donkre onwetendheid zijn langs gegaan.

Maar welk een jubel overstemt mijn leed,
Waar ik deze armen, die het licht niet kenden
Als blindgeboor'nen op de wereld weet,
En gij dat zongelijke licht wilt zenden
Uit zaligste oogen, tot der dagen ende
Aan 't wezen, dat in uw nabijheid treedt."

III.

"En dikwijls doolde ik door dat dorp, die velden,
Waar, voor 'k U vond, Uw vroegste kindsheid vlood,
Ik dacht Uw beeld te zien in 't rozerood,
Dat uit de nacht-geboren wolken welde.

En, als de middagzon door 't loover schoot
Der wilgen, die naar 't koele water helden,
Dan was het of die boomen mij vertelden
Dat ge eens, als ik, de schaduw daar genoot.

Of, als de nacht zijn zilvren nevelen spreidde,
Het veld, de stroom, in vollen vrede sliep,
Dan was het of daar uit der wateren diep,
Waarin de volle maan mijn schre�n geleidde,
Een weemoedvolle stem van vroeger tijden
Uw naam aan 't nachtelijke landschap riep."

IV.

"Zoo was ook mij de dag, dat ik U vond,
Geen *zien* maar *weerzien*, of ik lang Uw Wezen
Gekend had en voor dien reeds menig stond
Had in Uw wonder Levensboek gelezen!

Want daar was niets, dat gij mij zeggen kondt:
*Uw* vreugd was *mijn* vreugd, en *uw* vrees *mijn* vreezen,
En 't is me alsof reeds ziel aan ziel zich bond,
Voor dat zij wist, dat gij er ooit zoudt wezen.

Dit is z�� zoet, dat ieder menschlijk woord
Zou falen om dit zalige uit te drukken,
Sinds ik U zag ken ik een zielsverrukken,
Dat menschen niet, doch goddlijken behoort,
En, mocht het Leven hart aan hart ontrukken,
Weet, dat het mij dien oogenblik vermoordt.""

Previous Page | Next Page


Books | Photos | Paul Mutton | Tue 8th Jul 2025, 19:24