|
Main
- books.jibble.org
My Books
- IRC Hacks
Misc. Articles
- Meaning of Jibble
- M4 Su Doku
- Computer Scrapbooking
- Setting up Java
- Bootable Java
- Cookies in Java
- Dynamic Graphs
- Social Shakespeare
External Links
- Paul Mutton
- Jibble Photo Gallery
- Jibble Forums
- Google Landmarks
- Jibble Shop
- Free Books
- Intershot Ltd
|
books.jibble.org
Previous Page
| Next Page
Page 56
"O, dus dan blijft u ten minste niet alleen, gelukkig. Nacht
moedertje."
"Nacht lieveling. Probeer je dan heusch om gauw in slaap te komen en
je niet te angstig te maken over Elsje?"
"Ik ben heelemaal niet angstig, mama. Ik wou dat u het maar wat minder
waart. O, daar is Missy! Ik hoop dat dat nare wachten niet te lang
zal behoeven te duren."
Maar het wachten duurde w�l lang. C�cile was reeds een paar uur vast
in slaap, mevrouw d'Ablong had de dienstboden naar bed gestuurd en Miss
Piper en zijzelf begonnen hoe langer hoe ongeduldiger en ongeruster te
worden, toen Frits eindelijk terug kwam. Hij zag er moe en verslagen
uit. Nergens had hij eenig spoor van de vluchteling kunnen ontdekken,
alleen had een politieagent even over tienen een meisje in een lichte
jurk de gracht langs zien snellen. Hij had haar de straat op den hoek
zien inslaan, maar haar verder uit het oog verloren.
Het was verschrikkelijk. Mevrouw d'Ablong verloor geheel hare
zelfbeheersching en snikte het uit, zichzelf de hevigste verwijten
doende, dat zij niet eerder naar Elsje had omgezien. Frits en Miss
Piper deden al wat zij konden om haar tot bedaren te brengen. De
politie was van alles onderricht, verzekerde Frits en zou zeker het
verloren schaap wel weer terug brengen--zij moesten niet zoo gauw
den moed verliezen. Maar zijn stem beefde, terwijl hij dit zeide
en de vreeselijkste vermoedens rezen bij hem op, als hij bedacht,
hoe weinig Elsje den weg kende in de groote stad en hoe licht zij
in het water geloopen of op een andere wijze verongelukt zou kunnen
zijn. Telkens zag hij haar weer voor zich, zooals hij haar voor 't
eerst gezien had met het aardige, roode kapje om het frissche, jonge
gezichtje en met de dankbare uitdrukking in de blauwe oogen. Ook hij
verweet zich dat hij haar te veel aan haar lot had overgelaten na de
tooneelvoorstelling en hoe hij ook zijn best deed hoopvol te blijven,
zijn ongerustheid werd grooter, hoe meer het eene uur na het andere
verliep, zonder dat de politie iets van zich liet hooren.
Mevrouw d'Ablong liet zich eindelijk overhalen, even op de canap�
te gaan liggen en wat te rusten, toen de ochtend langzaam begon
te naderen.
Zij waren op C�cile's kamer gaan zitten, omdat het na het eerste
half uur in de half ontredderde balzaal niet meer uit te houden
was. Voortdurend herinnerd te worden aan al de luidruchtige
vroolijkheid, die daar kort geleden had geheerscht en dan zoo
beangst van hart te zijn, was niet te dragen. En de onzekerheid,
die hen bleef kwellen, den geheelen nacht door, was ook nauwelijks
te dragen;--toen de morgen aanbrak, kon zelfs Frits zijn ongerustheid
niet meer verbergen.
Het was ongeveer zeven uur en nog zoowat schemerdonker, toen
Elsje gewekt werd door een gebons tegen haar deur, dat door twee
kleine, stevige vuisten werd veroorzaakt. "Elsje, Elsje, opstaan,
opstaan!" riep Evert's kinderstemmetje zoo luid, dat Elsje al
heel vast zou hebben moeten slapen, als zij niet reeds door het
vuistenbombardement wakker geworden was. Met een zucht richtte zij
zich op. Een oogenblik keek ze verbaasd om zich heen, heel spoedig
echter herinnerde ze zich waar ze was, waarom ze half gekleed te
bed lag en hoe het kwam dat ze zich zoo moe en dof en ongelukkig
voelde. Nog nooit was haar zoo sterk de neiging overvallen, om haar
hoofd weer op het kussen te leggen en weer te gaan slapen--nog nooit
was zij met zulk een treurig, moedeloos hart den dag begonnen. Haar
frissche, jonge levenslust had haar tot nu toe hiervoor bewaard, ook
al de dagen die zij reeds bij hare tante aan huis had doorgebracht,
maar nu--nu was het alsof alle moed haar had begeven, nu scheen het
haar toe dat op dit oogenblik niemand zoo ongelukkig, zoo verlaten,
zoo hulpeloos was als zij.
"Ben je wakker?" riep Evert weer ongeduldig. "Je moet opstaan. Ik
ben al bijna heelemaal klaar. Moeder zegt dat je op moet staan."
Hij luisterde een seconde, of zij ook antwoordde, toen riep hij weer:
"Mag ik even bij je komen?"
Die vraag kon Elsje niet onbeantwoord laten. Er kwam een flauw lachje
op haar gezicht, zij sprong het bed uit en deed de deur open. Daar
stond Evert in al de glorie van bretels, een echten jongensbroek en
een rood wollen lijfje.
Previous Page
| Next Page
|
|