Elsje by A.C. Kuiper


Main
- books.jibble.org



My Books
- IRC Hacks

Misc. Articles
- Meaning of Jibble
- M4 Su Doku
- Computer Scrapbooking
- Setting up Java
- Bootable Java
- Cookies in Java
- Dynamic Graphs
- Social Shakespeare

External Links
- Paul Mutton
- Jibble Photo Gallery
- Jibble Forums
- Google Landmarks
- Jibble Shop
- Free Books
- Intershot Ltd

books.jibble.org

Previous Page | Next Page

Page 44

Nu was Elsje's geduld ten einde. Zonder het te willen, had zij wel
_moeten_ hooren, wat er gezegd was en met fonkelende oogen, driftig,
geheel buiten zichzelf, riep ze uit:

"En ik wou dat ik dadelijk terug kon gaan, van avond nog, nu,
terstond! Ik wou dat ik nooit, nooit hier gekomen was in die nare,
groote stad en bij jullie, die .... die .... heelemaal geen gevoel
hebt! Ik wou dat ik bij mijn grootmoeder was gebleven .... die is zoo
engelachtig voor me, als jullie je heelemaal niet kunt voorstellen! En
ik _wou_ dat ik weer in mijn lieflijk dorp was, C�cile, want dat is
het, je hebt gelijk dat je het zoo noemt, het is er heerlijk! En ik
wou dat ik weer buiten kon wandelen in de frissche, heerlijke lucht
en langs de hooge boomen en over onze mooie heide--alleen, alleen met
den ruimen, prachtigen hemel boven me en al die plechtige stilte om
me heen! Alleen, zonder al die rare, opgeprikte menschen, zonder al
die mooie kleeren en zonder jullie, die zoo'n verschrikkelijken hekel
aan me hebt! O, ik wou dat ik weg kon dadelijk, dadelijk! Maar jullie
zult nu geen last meer van me hebben! Ik bedank er voor om met jullie
comedie te spelen! Ik ga naar huis, speelt maar alleen!"

En met bevende lippen en ijskoude handen, maar met het hoofd fier in
den nek geworpen--ze _wilde_ niet schreien--snelde ze de kamer uit.

"Mijn hemel, wat een burgerlijk, aanstellerig kind!" zei Cato, toen
Elsje verdwenen was, maar de anderen, ook C�cile, zwegen beschaamd
en Emma keerde zich om, om niet te laten zien dat zij tranen in de
oogen had.

"Ze kan toch onmogelijk alleen naar huis gaan," zei Louise, na eenige
oogenblikken van algemeen stilzwijgen. "Ze weet zeker den weg niet,
wel Cilly? En het regent ook zoo!"

"Ik denk dat ze wel weer terug zal komen," zei C�cile. "Ze zal
veel te bang zijn dat mama boos op haar is, als ze zoo opeens thuis
komt. Laten we maar stil afwachten, wat zij doet; ik geloof nooit dat
ze zonder mij weg zal gaan en buitendien weet ze ook heelemaal niet,
hoe ze loopen moet."

"Zal ik eens even gaan zien, waar ze gebleven is?" vroeg Emma. "H�,
waarom moesten jullie haar nu ook z�� plagen! Laat ik maar eens gauw
gaan zoeken..."

"Neen, neen, neen!" viel C�cile haastig in. "Blijf stil hier, Emma,
dan komt ze bepaald veel gauwer terug."

Intusschen was Elsje, met het vaste voornemen het huis uit te loopen,
de trap afgegaan. Op een der onderste treden struikelde ze en viel. Ze
deed zich gelukkig in 't geheel geen pijn en wilde juist weer opstaan,
toen in hare nabijheid een deur langzaam en met moeite werd geopend
en een kleine gestalte in een wit nachtjapontje op den drempel
verscheen. Twee aardige, bloote voetjes trippelden naar Elsje toe,
een zacht handje werd tegen haar wang gelegd en een vleiend stemmetje
vroeg:

"Heb je je pijn gedaan? Wat viel je met een bons! Ik hoorde het
heelemaal."

"Liesje, Liesje, kom gauw hier, kindje! Niet op dat koude
portaal!" riep een stem uit de kamer, waarop Elsje's vriendinnetje
terugriep: "Ja, ja, ik moet even helpen!"

"Of kan je wel alleen opstaan?" vroeg ze, toen Elsje snel opsprong,
"Kom maar gauw even mee naar binnen; juf zal je wel weer beter maken,
die is heel lief."

En Elsje's hand pakkend, trok ze haar snel met zich mee in de
kinderkamer, waar haar broertje al te bed lag en een vriendelijke
kinderjuffrouw Elsje lachend toeknikte.

"Liesje is altijd vol ijver om iedereen te helpen," zei ze. "Kom
vrouwtje, nu gauw in bed. Het is toch al zoo erg laat geworden
van avond."

"Kom je ons goeden nacht zeggen?" riep Tom vanuit zijn ledikantje.

Elsje antwoordde niet. Het was haar alsof ze droomde. In een
opgewondene, driftige stemming, met een diep ongelukkig gevoel
in haar hart, was ze zooeven de trap afgekomen en nu stond ze daar
plotseling in een warme, vroolijke kamer en drie gezichten keken haar
vriendelijk en vol belangstelling aan. Liesje zette een stoel voor
haar bij de tafel en dribbelde toen met een grappig, bedrijvig air
naar de juffrouw toe, fluisterde deze iets in en lachtte tevreden,
toen zij zei: "Ja, dat mag wel, maar dan ook terstond naar bed hoor!"

Previous Page | Next Page


Books | Photos | Paul Mutton | Mon 22nd Dec 2025, 1:11