Gedichten by Frans Bastiaanse


Main
- books.jibble.org



My Books
- IRC Hacks

Misc. Articles
- Meaning of Jibble
- M4 Su Doku
- Computer Scrapbooking
- Setting up Java
- Bootable Java
- Cookies in Java
- Dynamic Graphs
- Social Shakespeare

External Links
- Paul Mutton
- Jibble Photo Gallery
- Jibble Forums
- Google Landmarks
- Jibble Shop
- Free Books
- Intershot Ltd

books.jibble.org

Previous Page | Next Page

Page 9

O weten zoet
Dat gij nu doet
Naar mij, als ik, verlangen...
En de oogen heft, op 't eender uur
Naar 't eender vuur, om, gloed in gloed,
Te geven en te ontvangen.

En, onbewust,
Waar alles rust,
Het huis, het dorp, in duister
Strek ik de biddende armen uit
En kus, als kuste ik U mijn bruid,
Der heil'ge starren luister.


II.

De vleermuis zwingt om 't donker huis,
Ik moet mijn venster sluiten;
Reeds menig vlinder op de vlam
Van 't nachtlijk licht naar binnen kwam
Of gonsde voor de ruiten.

Hoe dicht is het kastanjeloof
Hoe geuren de seringen,
Hoe gaat de krekel ginds in 't gras
Alsof de dag al komend was
Opnieuw aan 't zingen!

En drinkend lang de geuren van
De blank-bloeiende boomen,
Denk ik: zou, voor de slaap mij vindt,
De vogel, die de nachten mint
Nog zingen komen?


III.

"Ik heb U lief," herhaal ik zacht,
"Ik heb U lief" en duizend malen
Schijnt mij dat lichtend woord te stralen
In 't diep van den bestarnden nacht.

Hoe stil in 't rond; voor 't eerst wij beiden
Sinds ik u zag, voor kort van een,
Nog slechts ��n enkelen dag van u gescheiden
En.... 't is me als gingen jaren heen.


* * * * *


ZOMER.


Ik zat waar zon op 't warme water scheen
En gele bloemen bloeiden aan den kant;
Het grazend vee ging door de weiden heen,
De zomerlucht hing walmend over 't land.

De wilgen waren zilverbleek en stil
Voor 't stralend blauw, van wolk en nevel vrij;
Een glazenmaker vloog, met lichtgetril
Op 't parelmoerig vleugelgaas, voorbij.

De schuwe visschen, in 't koeldonker diep,
Verschoten snel, of stonden lang op wacht,
Waar d'aarde zich, in beeld, nog schooner schiep,
Droomend den zomerdroom van eigen pracht.

En over 't hooiland, waar een wagen stond
Met versch-groen gras te geuren in de zon,
En verder waar het drachtig korenblond
Met breede golving boog ten horizon,

Tot waar een scheem'rend bosch zich flauw verhief,
De wereld wegsmolt in der hemelen gloed,
Dreef mijn gedacht, hoe schoon de dag was, lief
Uw schoone ziel verlangend tegemoet.

Previous Page | Next Page


Books | Photos | Paul Mutton | Tue 8th Jul 2025, 6:45