Main
- books.jibble.org
My Books
- IRC Hacks
Misc. Articles
- Meaning of Jibble
- M4 Su Doku
- Computer Scrapbooking
- Setting up Java
- Bootable Java
- Cookies in Java
- Dynamic Graphs
- Social Shakespeare
External Links
- Paul Mutton
- Jibble Photo Gallery
- Jibble Forums
- Google Landmarks
- Jibble Shop
- Free Books
- Intershot Ltd
|
books.jibble.org
Previous Page
| Next Page
Page 28
De druiventrossen door het bladgroen zwellen,
Gele pompoen het rood van daakjes kroont,
En alles voor het laatst in wonderhelle
Glorie van licht wat schoon is, nog verschoont.
Want 's avonds als de dag reeds vroeger dalen,
Des morgens als zijn late schittering schuin
Door 't loover gaat, gulden de tintelstralen
Der laagste bladeren reeds doorzichtig bruin;
En, naast den vollen vloed der zomerrozen
Tint hij tot dieper feller incarnaat
Begonia, wier blank en dieprood blozen
De pracht vereent van vrouwelijk gelaat
Met pracht van blanken hals en blonden schouder
Die, als het rood der lippen de oogen trekt,
In 't hart verlangen naar een zoet, vertrouwder
En inniger verkeer van leven wekt.
Het bleeke bloeisel van de Herfstseringen
Vergoedt den korten sneeuwbloei van den Mei,
En kan de stem van 't stervend jaar niet zingen
Zoo schoon als 't zang-doorklonken Lent-getij,
Heeft reeds de nachtegaal zijn lied verloren
Zwijgt reeds de trots-gebekte merel stil,
De zwaluw zwiert nog over 't stoppelkoren
En vlakke vaart of 't nimmer wintren wil,
De spreeuwen fladderen, om de bronzen peren
En tripplen door 't getakt, dat bessen draagt;
En, wie bevreesd naar 't verre Zuid zal keeren
Door 't naderend najaar al te vroeg verjaagd,
Zij blijven in den boomgaard zoetlijk kweelen
--Genietend van de vreugd, die schaarscher wordt
Totdat de laatste bladeren vergelen
De laatste holle vrucht ter aarde stort--
De stem gelijk, die door de ziel blijft zweven
Als na des menschen zomer, 't najaar koomt,
En zingt de schoonheid van 't vergaande leven
Dat niet-zijn wacht, maar van herleven droomt.
II.
Als ik de beesten in den bleeken dag
Zie grazen met den kalmen kop gebogen,
Den najaarshemel grauw en onbewogen,
Het land in vrede of alles rusten mag,
Dan voel ik door mijn ziel een glimlach beven
Als 't zilveren rimplen op een donkren stroom,
Omdat ook mij de rust wordt weergegeven
En alles eindigt in een schoonen droom.
En de even-weemoed van het jaarversterven
Is als de toon van een oud instrument,
Die, als het zelf reeds zwijgt, blijft �ven zwerven
En stijgt de lucht in, waarheen onbekend.
Maar weten doen wij dat na lange jaren
Ze opnieuw weer trillen kunnen, als de hand
De lang tot rust gekomen oude snaren
Tot een nieuw lied van nieuw ontwaken spant.
Zoo voel ook ik, wanneer na leed en lusten
Mijn ziel, als 't jaar, een lange zwijging dekt
Toch dat n�ch zij, n�ch 't wereldrond kan rusten
Maar dat, wat dood ging, morgen wordt gewekt,
En dat, mag de ijzel tak en stammen kronen,
Het blonde goud van najaarsloof vergaan,
Onder het doode blad de knoppen wonen,
Wier bleeke kern ontspruit tot groene bla�n,
En dat, mag door mijn ziel de weemoed drijven
Omdat ook h��r de lange rust genaakt,
Haar onverwelkbaar-zoete hoop zal blijven,
Dat zij, na rust, tot schooner Zijn ontwaakt.
Previous Page
| Next Page
|
|